Handreiking palliatieve zorg aan mensen met niet-westerse achtergrond

Deze handreiking voor palliatieve zorg aan mensen met een niet-westerse achtergrond is tot stand gekomen op basis van een systematische literatuurstudie en op basis van expertmeetings met professionals en patiëntvertegenwoordigers. De primaire focus bij de literatuurstudie en de expertmeetings lag op opvattingen of gebruiken van mensen met een niet-westerse achtergrond die van belang zijn bij de behandeling van vijf frequent voorkomende symptomen in de palliatieve fase: pijn, braken/misselijkheid, obstipatie, depressie en delier. Daarnaast zijn ook bevindingen meegenomen die niet specifiek zijn voor die symptomen, maar wel van belang zijn voor de palliatieve zorg in het algemeen. Zowel de expertmeetings als de literatuurstudie waren primair gericht op mensen met een Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Arubaanse of Antilliaanse achtergrond omdat deze allochtone groepen het vaakst voorkomen in de Nederlandse maatschappij (ruim 1,2 miljoen mensen in 2010).

Deze handreiking is primair bedoeld voor artsen en verpleegkundigen die te maken hebben met palliatieve zorg aan mensen met een niet-westerse achtergrond.

Wetenschappelijk geïnteresseerde lezers die meer inzicht willen hebben in de uitkomsten van de literatuurstudie en de expertmeeting en de vertaalslag ervan naar deze handreiking willen we verwijzen naar het "Achtergronddocument bij de handreiking Palliatieve zorg aan mensen met een niet-westerse achtergrond. Achtergronden en methodische verantwoording" (Mistiaen et al., 2011).
Om de handreiking toegankelijk te houden wordt in de tekst niet voortdurend naar de specifieke bron verwezen, die evenwel te vinden is in het achtergronddocument.

Deze handreiking kan gebruikt worden als aanvulling (geen vervanging!) op de bestaande landelijke richtlijnen over respectievelijk pijn, depressie, delier, misselijkheid en braken en obstipatie in de palliatieve fase.
Tevens kan aanvullende informatie gevonden worden in de richtlijnen van het Nederlands Huisartsengenootschap NHG of van het CBO over pijn, depressie, delier, en obstipatie, die niet specifiek op de palliatieve fase zijn gericht.
De website huisarts-migrant.nl informeert over de aspecten van ziekte en gezondheid die specifiek zijn voor allochtonen, o.a. bij depressie, psychose, Islam en gezondheid, Hindoestaanse ziektebeleving, taalbarrière en lage gezondheidsvaardigheden.
Tevens is aanvullende informatie te vinden in de culturele addenda bij symptomen zoals depressie of angststoornissen, zoals die ontwikkeld worden/zijn door het Kenniscentrum voor Interculturele Zorg. Dit zelfde centrum heeft ook een behulpzaam boek uitgegeven over gebruik van tolken in de gezondheidszorg (Meeuwesen et al., 2011). Zie voor tips over tolken en de omgang met laag opgeleide patiënten en over migranten in het algemeen ook de publicates zoals vermeld op de website www.Pharos.nl.

Verder willen we benadrukken dat we niet willen suggereren dat wat hier in deze handreiking staat voor alle niet-westerse allochtonen geldt of dat de adviezen nooit voor autochtone Nederlanders zouden gelden. Zowel binnen de niet-westerse culturen als binnen de groep van autochtone Nederlanders bestaat er veel diversiteit. Het blijft daarom in iedere situatie van belang dat een zorgverlener een sensitieve, belevingsgerichte houding heeft die recht doet aan de uniciteit van elke patiënt en zijn familie.